PRESENTATIE PER LES
Les 1
In deze les oefen je getallen tot 10.000 schrijven en uitspreken. Je gebruikt het HTE-schema en je legt getallen tot 1.000 met biljetten van 10 en 100 en munten van 1 neer. In deze les oefen je ook het aflezen van verschillende getallenlijnen.
Les 2
In deze les oefen je getallen die samen 10.000 zijn en je oefent de strategie aanvullen. Je oefent ook schattend rekenen, waarbij je getallen afrondt op een handig, rond getal.
Les 3
In deze les oefen je pussommen zonder inwisselen) onder elkaar uitrekenen. Je let op het recht onder elkaar schrijven in het HTE-schema en de volgorde. Je legt uit wat je doet en je rekent de sommen ook uit met biljetten en munten, zodat je begrijpt wat je doet.
Les 4
In deze les leer je wat inwisselen is en oefen je plussommen met inwisselen. Je wisselt munten in voor een biljet van 10 en biljetten van 10 wissel je in voor een biljet van 100. Door het inwisselen met rekengeld uit te voeren, vergroot je het inzicht.
Les 5
In deze les oefen je minsommen onder elkaar uitrekenen. Je leert ook sommen maken waarbij je moet lenen bij de buren. Door het getal met geld voor je te zien en het lenen met biljetten en munten echt te doen, begrijp je wat je doet.
Les 6
In deze les oefen je tabellen en grafieken aflezen. Je leert verschillende soorten grafieken aflezen zoals een staafgrafiek en een lijngrafiek.
Les 7
In deze les oefen je keersommen uitrekenen met de strategie splitsen (zoals bij 4 x 28 = ). En je leert grote keersommen (zoals 4 x 235 =) onder elkaar uitrekenen.
Les 8
In deze les oefen je deelsommen zoals 64 : 8 en deelsommen met rest zoals 63 : 8. En je leert grote deelsommen onder elkaar uitrekenen. Zelfs sommen zoals 944 : 14 = ..
Les 9
In deze les leer je een breuk schrijven bij een deel en je leert hoe je breuken vergelijkt zonder te rekenen, maar door logisch na te denken en de breuk voor je te zien. Je oefent ook sommen zoals een kwart van 160 en blussommen en minsommen met gelijknamige breuken.
Les 10
In deze les leer je over lengtematen en reken je lengtematen om. Je oefent ook de oppervlakte berekenen (met tegels). En je maakt kennis met liters en leert bijvoorbeeld dat in een emmer ongeveer 10 liter past. Je leert ook rekenen met gram en kilogram.